De dubbele maïskolf
by Elisabeth den Otter
Het oogstfeest in Huaylas staat in het teken van de Heilige Elizabeth. In het anders zo rustige dorp vieren de inwoners uitbundig feest. Het beeld van de beschermheilige wordt in processie rond het plein gedragen, begeleid door dans-en muziekgroepen. In de prestatiedrang is de onderlinge competitie tussen de wijken duidelijk voelbaar.
Huaylas is een rustige kleine stad in de Centrale Andes van Peru, op ruim 2700 meter hoogte in het noorden van het Callejón de Huaylas (Steegje van Huaylas), een 150 km lange vallei. Het ligt op de helling van de Zwarte Bergketen (Cordillera Negra), waar - zoals uit de naam blijkt - geen gletsjervorming is, dus ook geen smeltwater voor de gewassen. Men is afhankelijk van het regenwater, dat zorgvuldig wordt opgevangen en gedistribueerd voor irrigatie. De bevolking leeft van de landbouw en de veeteelt, en gaat er prat op de beste maïs van de hooglanden te kweken.
In 1970 werd Huaylas - waar toen ongeveer 1200 mensen woonden - door een zware aardbeving getroffen,evenals de rest van het gebied. Er kwamen minstens tweehonderd mensen om en velen vertrokken naar de hoofdstad Lima om daar hun geluk te beproeven. Hulp - onder andere van Nederland - arriveerde per helicopter, omdat de wegen onbegaanbaar waren.
In de eerste helft van juli is het een drukte van belang in Huaylas want het feest van de Heilige Elizabeth, 'Beschermheilige van de Oogsten van Huaylas', wordt gevierd. De bezoekers komen van heinde en ver: uit de omringende gehuchten als Huallanca, waar veel Huaylinos in een grote electriciteitscentrale werken, en uit Lima waar velen naar toe getrokken zijn na de aardbeving.
Het beeld van de Heilige Elizabeth is opmerkelijk: ze is niet alleen, maar wordt vergezeld door de Maagd Maria die haar arm om Elizabeth slaat. Samen stellen ze het 'Bezoek van de Maagd Maria aan de Heilige Elizabeth' voor. De inwoners van Huaylas zeggen dat zij in profiel op een dubbele maïskolf lijken, een teken van vruchtbaarheid. Vóór- en na-Spaanse godsdiensten vloeien in elkaar over: een precolombiaans landbouwritueel en een roomskatholiek religieus feest. Het rooms-katholicisme is de officiële godsdienst nadat Spaanse veroveraars in het begin van de zestiende eeuw grote delen van het continent hadden buitgemaakt. Er zijn echter nog veel vóór-katholieke trekken behouden. Feesten vallen bijvoorbeeld vaak samen met belangrijke momenten van de agrarische cyclus zoals het planten, de regentijd, en de oogst. Zo is het officiële rooms-katholieke feest van Huaylas, dat van Maria Hemelvaart, op vijftien augustus. Dit was een poging van de Spanjaarden om de bevolking van hun oude, heidense, gebruiken af te brengen. Maar de Huaylinos verkozen het feest van de Heilige Elizabeth, omdat het samenvalt met de oogst van de maïs, kalebassen, en bonen. In de processies worden dan ook maïsstengels en kalebassen meegedragen.
Het is opvallend dat veel van de vereerde heiligen in Zuid-Amerika vrouwen zijn: de vrouwelijke heiligen en de verschillende verschijningsvormen van de Maagd Maria worden geïdentificeerd met de precolombiaanse Moeder Aarde, Pachamama, de hoogste god van de Andes-volken. Ook is er een andere verklaring voor de keuze van de Maagd Maria: in Latijns-Amerika belichaamt zij het moederschap dat gelijkgesteld wordt met hoop en lijden. Zowel de Heilige Elizabeth als de Maagd Maria zijn vormen van Moeder Aarde en het is dan ook niet moeilijk om de relatie tussen hen te leggen.
Processie
Tijdens het feest, dat negen dagen duurt, wordt het beeld dagelijks uit de kerk gehaald en in processie gedragen om de 'plaza', het plein, dat zo karakteristiek is voor veel Latijnsamerikaanse stadjes met een Spaans verleden. De kerk en het plein zijn tijdens de feestdagen heilig gebied, waar rituele handelingen worden uitgevoerd; muziek en dans vormen hierbij een belangrijk onderdeel.
In de prestaties van de dans- en muziekgroepen komt de onderlinge rivaliteit tussen de verschillende wijken duidelijk naar voren. Huaylas is verdeeld in negen wijken: drie wijken in het centrum en zes aan de rand van het stadje. De stadswijken worden vooral door mestiezen bewoond, mensen van gemengde Spaanse en Indiaanse afkomst, die meer op liet leven in de stad zijn geörienteerd, terwijl de hoger gelegen buitenwijken door mensen met een Indiaanse achtergrond worden bewoond. De wijken staan op gespannen voet met elkaar, wat ook tot uiting komt tijdens het feest van de Heilige Elizabeth. Tot voor kort vielen er zelfs doden tijdens onderlinge vechtpartijen.
De symbolische strijd om het plein geeft uitdrukking aan de hiërarchische structuur van deze samenleving: de mestiezen versus de Indianen. De tweedeling stad-platteland is terug te voeren op het dualiteitsprincipe dat zo kenmerkend is voor het Andes-gebied. Tegenwoordig worden vooraf afspraken over gedragsregels tijdens het feest gemaakt en worden er straffen uitgedeeld aan hen die zich er niet aan houden. De strijd wordt nu gevoerd op een vreedzame manier: de beste muziek-en dansgroepen te hebben, het mooiste vuurwerk af te steken, de grootste bijdrage aan de wederopbouw van de kerk te leveren.
Muzikanten
Elke wijk heeft zijn muzikanten: de meer traditionele buitenwijken twee mannen die elk tegelijk fluit en trom spelen, de stadswijken fanfare-orkesten ('bandas') die bij voorkeur van verre komen. Een banda uit het naburige Caraz is aardig, uit de provincie-hoofdstad Huaraz al een stuk beter, maar het mooiste is toch wel een banda uit de kuststad Trujillo of uit Lima. Die spelen moderne muziek zoals de Colombiaanse cumbia die zeer in de mode is. In Huaylas worden de musici door de wijken betaald.
Bijna elke wijk heeft een kinder-dansgroep, 'Incaicos' geheten. Zij houden de herinnering aan het vóór-Spaanse verleden levend en worden begeleid door orkestjes van harp, viool, en soms een mandoline. De kinderen beelden voorvallen uit de tijd van de Spaanse Verovering uit, zoals de moord op de laatste Inca-vorst Atahualpa door Francisco Pizarro in 1533, en zingen over de schoonheid van Huaylas en hun eigen wijk. Daarnaast heeft elke wijk een groep 'Pashas': groepen gemaskerde mannen in kleurrijke gewaden die lange zwepen laten knallen. Ze worden constant vergezeld door officiëel aangestelde begeleiders, die tussen de groepen in lopen om hen te scheiden opdat het niet tot een handgemeen komt. De aankomst van deze groepen op het plein is spectaculair. Ze komen van een hoger gelegen veld naar beneden, begeleid door hun banda, joelend in falsetto stemmen. Hun knallende zwepen doen veel stof opwaaien. Maskers, kostuums en verdraaide stemmen zorgen ervoor dat de mannen niet herkend kunnen worden. Door deze anonimiteit kunnen zij ongestraft grappen maken en personen belachelijk maken. Sommigen dragen kalebassen of maïsstengels mee, die verwijzen naar het oogstfeest.
Tijdens het feest is er bijna elke dag een processie, begeleid door muziek-en dansgroepen. De Indiaanse buitenwijken bijten de eerste drie dagen de spits af met fluit- en tromspelers, Pashas, en soms een dansgroep. In de middag van de zesde dag arriveren de bandas. Al spelend maken zij hun opwachting bij het beeld van de Heilige Elizabeth met de Maagd Maria. Na de autoriteiten van Huaylas begroet te hebben, worden zij door de wijk die hen geëngageerd heeft, meegenomen. 's Avonds spelen ze allemaal tegelijk, tijdens de 'boot-parade' van de stadswijken. Deze boten stellen de vloot van Columbus voor. In deze parade van 1971 werd er voor het eerst een 'helicopter' meegedragen omdat hulp na de aardbeving per helicopter arriveerde.
De drie dagen die hierop volgen zijn het belangrijkste en worden geleid door de stadswijken. Zij hebben banda's, dansgroepen, groepen Pashas, en een groot vuurwerk op het plein. De achtste dag is de dag van alle wijken, maar in het bijzonder van de wijk 'Delicados' (Delicados betekent: de Fijnbesnaarden), die de 'eigenaar' van het plein is. Tijdens de processie begeleiden de wijken om beurten het beeld van de Heilige Elizabeth met Maria. Een banda speelt hierbij religieuze muziek. Delicados neemt tijdens de processie een lange kant van het plein voor zijn rekening en de twee andere stadswijken de korte kanten; de buitenwijken moeten zich gezamenlijk tevreden stellen met de overblijvende lange kant. Nadat een banda het beeld heeft begeleid, blijft hij op 'zijn' hoek vrolijke muziek spelen. Vuurpijlen worden afgestoken en de Pashas laten hun zwepen knallen.
Het feest van de Heilige Elizabeth laat de structuur van de samenleving zien. De tegenstelling tussen stad en platteland - en dus ook tussen Indianen en mestiezen - wordt tijdens het feest benadrukt. De rivaliteit tussen de wijken komt tot uiting in de kwaliteit van de muziek- en dansgroepen, de hoeveelheid Pashas en de begeleiding van het beeld tijdens de processie. Tijdens het feest wordt de samenleving van Huaylas, met alle tegenstellingen die er bestaan, als het ware 'opgevoerd' als een levend theater. Het feest biedt de gelegenheid de bestaande situatie op de hak te nemen en de rollen eens om te draaien en vervult zo tevens een rol als uitlaatklep voor sociale spanningen. Feesten zijn echter ook de momenten waarop de saamhorigheid wordt benadrukt: familieleden bezoeken elkaar; er wordt gegeten, gedronken en gedanst. Muziek en dans zijn hierbij onontbeerlijk omdat zij de boodschap doorgeven: "Dit zijn wij, zo zijn onze gewoontes !"